Piazza Giovanni Bovio - Palazzo Appiani

 

Piazza Giovanni Bovio - Palazzo Appiani

 

Piazza Bovio is uniek in zijn soort. De natuur heeft deze prachtige plek namelijk helemaal zelf gecreëerd. Vanaf het plein heb je een spectaculair uitzicht op de Toscaanse eilanden en kun je op zonnige dagen genieten van een kalme, heldere zee en op stormachtige dagen je juist verbazen over de kracht van het grijze, kolkende water. Waar je ook staat, vanaf het plein heb je altijd uitzicht op de fascinerend mooie omgeving.

Piazza Bovio is op een grote rotspartij gelegen die uitsteekt richting de zee. De uitstulping is door de millennia heen op een natuurlijke wijze ontstaan. Gedurende de afgelopen twaalf eeuwen heeft de menselijke aanwezigheid ervoor gezorgd dat de rotsen minder spits werden en de bijzondere plek beter begaanbaar werd. De oorspronkelijke vorm van de rotspartij is echter intact gebleven en doet zelfs aan de omtrek van Italië denken. Als je je fantasie nog verder de vrije loop laat, dan zou je zelfs in het oude deel van de stad de vorm van een meeuw met uitgestrekte vleugels kunnen herkennen. Zijn nek en hoofd zijn dan Piazza Bovio en de meeuw vliegt richting de zee.

Rond het jaar duizend werd het militaire bastion La Rocchetta op het meest vooruitstekende deel van de rots gebouwd om zo het zeeverkeer tussen Piombino en Elba in de gaten te kunnen houden en de kust te kunnen verdedigen. La Rocchetta werd in de jaren twintig verwijderd om plaats te maken voor de aanleg van het plein dat in 1907 genoemd werd naar de intellectueel uit Puglia Giovanni Bovio. Hiervoor heette het plein simpelweg la Piazzarella, het pleintje. De langgerekte banken werden rondom het hele plein geplaatst, zelfs tot aan het uiterste punt dat uitkijkt over zee en nog steeds La Rocchetta werd genoemd in de volksmond. Als je op een van de banken plaatsneemt en je hoofd 180 graden draait, kun je de Toscaanse eilandengroep aanschouwen: Giglio, Montecristo, Elba, Capraia, de dichtbij gelegen eilandjes Cerboli en Palmaiola en het in de verte gelegen Corsica.

Een leuk weetje: in een bewaarde brief uit 1749 staat dat er een grappige bijnaam werd gebruikt voor de rotspartij waar Piazza Bovio op steunt: Pan di Sapone, vrij vertaald het zeepstuk.

Aan het begin van het plein staat het veertiende-eeuwse Palazzo Appiani, genoemd naar Gherardo Appiani die het als zijn allereerste verblijfplek koos toen hij zijn machtige zetel in Pisa verruilde voor het stichten van de heerschappij Piombino.

Door de eeuwen heen heeft het gebouw vele veranderingen gekend. Enkele overblijfselen uit de beginperiode zijn echter nog te herkennen, zoals de grote entree omringd met flinke stenen blokken waar hoogstwaarschijnlijk het familiewapen op hing. De ingang leidt vervolgens naar een originele zuilenportiek met kapitelen, maar deze is helaas dichtgemetseld zijn om zo het zicht vanaf de haven en de zee te blokkeren. Verder kunnen we de ondergrondse ‘geheime ruimtes’ nog bezoeken waar vroeger het voedsel werd bewaard vanwege de lage temperaturen.

Halverwege de vijftiende eeuw verlieten de Appiani het gebouw om intrek te nemen in de citadel. Vanaf dat moment werd het gebouw gebruikt voor het huisvesten van vooraanstaande families van dezelfde tak, voor het ontvangen van diplomaten en later als achttiende-eeuws theater.

Tijdens de Franse overheersing die van 1805 tot 1815 duurde, werd het gebouw gebruikt als strafkolonie. De cellen bevonden zich in de gebouwen naast het Palazzo en keken uit op het Westen terwijl het Palazzo zelf werd gebruikt voor de opzichters en het gevangenisbestuur. Het Palazzo bracht de rest van de negentiende eeuw door zonder enig specifiek doel te dienen en werd pas begin twintigste eeuw onder handen genomen en ingericht als school.

Het iets kleinere gebouw naast het Palazzo kijkt uit op het Zuiden en fungeerde tot aan de Franse periode als de kapel van het Palazzo. Er is nu een gezellig restaurantje in te vinden.

Op de voorgevel van Palazzo Appiani is een groot bronzen plakkaat te zien dat de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog herdenkt. Het is gemaakt door de Florentijnse beeldhouwer Raffaello Romanelli en is op 24 mei 1922 geplaatst. De twee fakkels aan beide kanten, gemaakt door dezelfde kunstenaar, werden op 4 november 1924 toegevoegd. Het middenstuk stelt twee stervende soldaten voor: één met ontbloot bovenlijf en een geweer in zijn rechterhand terwijl hij met zijn linkerhand wijst naar de Romeinse monumenten als symbool voor de oude glorie (het Pantheon is te herkennen). De ander kust de vlag die omhoog wordt gehouden door de godin van de overwinning.